“zow dát neet sjoen zien…?”

Igo Gorissen

01-06-2019

Sinds mei 2015 woon ik in de Wijk Caberg, of zoals we in Maastricht zeggen “op Cabèrg”. Ik ben ‘nne mestreechter jong’ die in 62 jaar op zeven verschillende adressen in de stad heeft gewoond en daarnaast ook nog eens ruim zeven jaar aan de Diependaelweg aan de Belgische kant van de grens met Maastricht in Wolder.

Mijn tijd heb ik ingevuld als bouwkundige en architectonisch vormgever bij het bureau bouwkundige zaken van Staatsbosbeheer en bij diverse architectenbureau’s. Momenteel ben ik werkzaam bij een huurdersbelangenvereniging in Maastricht. Ook heb ik me jarenlang ingezet als vrijwilliger bij Scouting op allerlei niveaus, van groepsleider op lokaal niveau tot medewerker aan de Wereld Jamboree in 1995. Op dit moment ben ik lid van de IVN-afdeling Maastricht en praat ik mee in de stichting St.Pietersberg Adembenemend die toeziet op de uitvoering van het Plan van Transformatie van de mergelgroeve in de St.Pietersberg namens de Maastrichtse bevolking. Daar is nu dan de werkgroep Sociaal Groen Noord/West nog bij gekomen.

Mijn liefde voor groen en natuur.
Die is ontstaan toen ik lid werd van een scoutinggroep in Maastricht en versterkte zich tijdens mijn jaren bij Staatsbosbeheer. Ik heb een aantal lange afstandswandelingen met rugzak en tent gelopen in allerlei delen van de wereld. Dan kom je in aanraking met ruige natuur en ervaar je dat je daar onderdeel van bent. Mens en natuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Is groen in je omgeving belangrijk?
Studies wijzen uit dat groen in alle opzichten bijdraagt aan een beter leefklimaat voor mensen. Niet alleen voor het geestelijk welbevinden. Ook voor de luchtkwaliteit en ter voorkoming van hittestress in stedelijke gebieden zijn planten en bomen goed. Groen neemt ook veel water op bij regenbuien zodat overbelasting van de riolering en overstromingen voorkomen worden. En groen ziet er gewoon goed uit. Kortom alleen maar voordelen.

De werkgroep Sociaal Groen Noord/West
Dit is niet de meest aansprekende benaming vind ik. Wellicht is een andere naam beter. “Ontmoet je buurt in een groene omgeving”. Daar gaat het om. Het openbaar groen in de wijken van Maastricht Noord/West nodigt niet of maar heel weinig uit tot verbinding en ontmoeting. Dat is zo’n beetje de conclusie van mensen die bij de Burgertop 200 aanwezig waren. De leden van de werkgroep nu namen deel aan die burgertop.

Doel van de werkgroep
Het sterk verbeteren van de kwaliteit van het groen door een aangename omgeving en sfeer te maken voor mensen uit de buurten Caberg, Malpertuis, Malberg, Brusselsepoort en Oud-Caberg. Een omgeving waar wat te doen is en waar mensen graag verblijven. Hoe dan? Door interessantere aanleg en indeling van groengebieden met natuurspeelplekken, kleine bosjes, waterpartijen en kleinschalige ontmoetingsvoorzieningen zoals zitelementen, een theetuin, pleintjes, een amfitheatertje en een duurzaam mulifunctioneel ‘park-buurtcentrum’. Te beginnen bij het Viegenpark. Dat is de grasvlakte tussen Caberg en Malpertuis.

Wat is er voor nodig?
Een lange adem denk ik. De ondersteuning vanuit Universiteit met de Buurt is erg belangrijk als verbindende en aansturende factor. Uiteraard is betrokkenheid van de bewoners uit de buurt ook belangrijk.

De werkgroep wil niet de zoveelste ‘club’ vergadertijgers zijn. Maar meer een plek waar ideeën opborrelen en uitgevoerd worden. De werkgroep organiseert kleinschalige activiteiten in het Viegenpark om mensen uit de buurten uit hun huizen te lokken. Het lente- en zomerfestival 2019 komen voort uit de werkgroep. Ook maken we een verbinding met de buurtcamping. Leuke dingen zien en er aan meedoen inspireert buurtbewoners om mee te doen aan het verbeteren van de woonomgeving. Dat is onze aanpak.

De toekomst
Als ik over pakweg tien jaar door het Viegenpark loop, zie ik een groen landschap waar het goed vertoeven is, waar mensen elkaar ontmoeten en samen dingen ondernemen. Kortom een gebied waar mensen op allerlei gebied beter van worden en dat een uitstraling heeft naar de buurten er omheen en zelfs naar de hele stad.

“zow dát neet sjoen zien…?”